Verpleegkundige Felicia werkt tussen de toeristen op Curaçao: ‘Het is een gekke gewaarwording’

‘Op Statia, zoals Sint Eustatius in het Caribisch gebied wordt genoemd, waren mensen doodsbang voor COVID-19. Alleen als het écht nodig was, mocht je het eiland op of af’, vertelt verpleegkundige Felicia Burger tegen Eén Vandaag. Ze werd overgeplaatst naar Curaçao en dat was een wereld van verschil. Op het Curaçaose strand zitten Nederlandse toeristen hutjemutje op elkaar. Mondkapjes zijn nergens te zien. ‘Een beetje bizar’, noemt Burger het.

De massale trek naar Curaçao begon na het dringende advies van premier Rutte en minister de Jonge om niet naar het buitenland te reizen. De Curaçaose economie leeft op door alle toeristen. Toch geeft het Burger een dubbel gevoel. Enerzijds vindt ze het heerlijk om in die zorgeloze vakantiesfeer te werken. Anderzijds is de nood hoog, omdat 41 zorgmedewerkers op Curaçao in quarantaine zitten. ‘Dat de spoedeisende hulp het er druk mee heeft, is een feit.’ Het is sindsdien hollen, vliegen en springen voor de zorgmedewerkers op Curaçao.

Felicia werkt op de afdeling chirurgie in het Curaçao Medical Center. Haar hulp is hard nodig. Toch voelt het gek om zo plotseling haar werk op Sint Eustatius achter te laten. ‘Toen ik afgelopen september met een paar andere collega's aankwam op Statia, was het zorgpersoneel er zwaar overwerkt.’ Ze werd met open armen ontvangen. Sint Eustatius is nu coronavrij verklaard. Maar er moet nog veel reguliere zorg ingehaald worden. Ondanks dat ze daarmee niet meer kan helpen, is Burger blij dat ze nu op Curaçao haar steentje bij kan dragen.

Bron: Eén Vandaag