'Mijn collega en ik weten dan al dat dit een slechtnieuwsgesprek is. Het is foute boel'

Een jonge vader komt bij blogger Margot op gesprek na een scopie van de darm. Het wordt na de vervolgonderzoeken al snel duidelijk dat de situatie serieus is en dat er slecht nieuws op komst is...
Mijn patiënt is begin veertig, lang, slank en wat kalend. Draagt een verzorgde baard en is volgens de allerlaatste mode gekleed. Het eerste gesprek vindt plaats na een scopie van de darm. Vergezeld door een familielid dat bekend is in de medische wereld, komt hij binnen. Zachtjes zegt hij: 'Alles heeft me zeer overvallen. Ik heb altijd gezond geleefd. Nooit gerookt, sporadisch alcohol gebruikt en doe intensief aan sport. Ik heb het idee dat mijn lijf me in de steek laat. Ik ben partner en papa van twee jonge kindjes en ga elke dag met plezier naar mijn werk. Mijn leven liep eigenlijk op rolletjes.’ Hij is bewust wat afgevallen door minder suiker te eten en was wat vermoeid. Maar dat er dan zoiets uitkomt, nee, dat was totaal niet in hem opgekomen. 'Helaas kan het ons allemaal treffen’, zeg ik.
Kanker kan ons allemaal overkomen, hoe gezond je ook leeft. Maar dat het dit keer zo'n jonge vader overkomt, raakt me. Hij is blij dat het traject van onderzoeken zo snel kan. 'Het meeste last heb ik van de onduidelijkheid en onzekerheid. Ik ben een binnenvetter en dat weet ik van mezelf.’ Op mijn vraag of hij met iemand wil praten, antwoordt hij dat hij het kan delen met een goede vriend die al jaren kanker heeft.
Na de vervolgonderzoeken komt meneer voor een tweede opvanggesprek. Hij heeft dan net de uitslag van de maag-darm-leverarts gehad. Mijn collega en ik weten dan al dat dit een slechtnieuwsgesprek is. Het is foute boel. Er zijn uitzaaiingen in de lever en de lymfeklieren. Dit keer komt hij samen met zijn vriendin. Tegenover me zit een verslagen stel. 'Geen goed nieuws', zegt hij rustig. Daarentegen is zij ontzettend verdrietig en nauwelijks te troosten. Meneer kijkt haar liefdevol aan en slaat een arm om haar schouders. Ik ben stil, deel de doos tissues. Als mevrouw wat rustiger is geworden, vraag ik of ze misschien een kopje koffie lusten. Dat geeft mij ook even een moment om tot mezelf te komen. Mijn tranen prikken namelijk achter mijn ogen en ik heb een naar gevoel in mijn maag.
Wanneer ik terugkom, is mevrouw wat gekalmeerd. ‘Wat gaat er in jullie om’, vraag ik hen. Meneer vertelt dat hij zeer gespannen naar CWZ kwam, maar dat nu alles van hem afgevallen is. Hij maakt zich het meeste zorgen om zijn kinderen en een eventuele erfelijkheid. Met tranen in de ogen: 'Al die jaren dat ik leef, heb ik nog niet veel tegenslagen gehad, maar het is zoals het is. Ik heb vooral moeite met de emoties van anderen', zegt hij.
'Hoe vertellen we het aan de kinderen', vraagt mevrouw. ‘Ze zijn nog zo klein. De oudste weet wat het woord kanker betekent, omdat onze vriend dat heeft. Dus het woordje kanker gaan we bij haar denk ik niet gebruiken.’ Ik vertel hun dat kinderen de energie en sfeer in huis voelen. ‘Zeg hen dat er iets speelt, in uw eigen bewoordingen. U kent uw kinderen het beste, doe wat goed voelt.’ Ik geef een folder speciaal voor kleine kinderen mee en vraag of ze willen dat ik maatschappelijk werk aanvraag. Mevrouw vindt dat een goed idee, omdat haar man zich wat moeilijker kan uiten. Het gesprek gaat verder. Over een eventuele second opinion, erfelijkheidsonderzoek en de uitgebreidere scan die nog komt. Na afloop loop ik naar de kamer waar mijn collega zit, doe de deur dicht, zucht en maak een soort oergeluid. Het is niet het eerste heftige gesprek van die dag.
Mijn derde gesprek met meneer is een week later. Ik bel hem om te zeggen dat hij besproken is in een tumorwerkgroep. 'Het gaat redelijk met me', zegt hij. ‘Ik weet waar ik aan toe ben en waar ik voor moet gaan. Ook kies ik voor een second opinion.’ Dat kan ik goed kan begrijpen. Of ik nog iets voor hem kan betekenen. ‘Voor mij niets meer, maar voor vele anderen waarschijnlijk wel'. Daar krijg ik een brok van in mijn keel. Hij raakt me voor de derde keer. Mijn collega kijkt me aan vanachter haar computer en vraagt hoe het met me gaat. Ik vertel haar wat meneer teruggaf. 'Daar doen we het voor', zegt ze. Inderdaad, daar doen we het voor.
Mag je emoties tonen als (oncologie)verpleegkundige?

Dit is Margot:
Hallo, lezers! Leuk dat jullie nieuwsgierig zijn naar wat ik te vertellen heb. Mijn roepnaam is Margot. Ik ben een fulltime werkende, alleenstaande moeder van twee zoons van in de twintig en heb een altijd blije hond: Guus. In de jaren tachtig ben ik begonnen als verpleegkundige en net voor mijn vijftigste heb ik mijn oncologie opleiding afgerond. Mijn praktijkervaringen wilde ik graag delen met meerderen en daarom ben ik deze gaan schrijven in blogs. Ze zijn te lezen op onder andere mijn Facebookpagina, genaamd: onzichtbare zorg.
Colofon: FloorZorgt is jouw online zorgmagazine! Op dit moment lezen 80.000 unieke zorghelden mij maandelijks. Door middel van inspirerende blogs, relevante producten (kijk snel in mijn webshop!) mooie artikelen en zorgnieuws houd ik jou op de hoogte van alle ontwikkelingen in de zorg. Heb je mijn mobiele app al gedownload en volg je mij al op Facebook, Instagram of Linkedin? Wil je adverteren? Stuur me dan een mailtje en ik neem z.s.m. contact met je op of bekijk de mogelijkheden alvast hier. Ook ik maak weleens een foutje ;-) Heb je er één gezien? Mail het me. Ik ben je dankbaar!
Reageren op dit bericht?
Om te kunnen reageren op dit bericht moet je ingelogd zijn. Klik hier om in te loggen.