'Ik merk dat ik er niet meer in geloof en dat houdt me enorm tegen'

Gea heeft nu voor de tweede keer borstkanker en moest opnieuw chemo ondergaan. Het is één grote brij in haar hoofd en ze heeft geen idee hoe ze het leven weer op moet pakken. Verpleegkundig specialist Jannet is met haar in gesprek.
Het verhaal van Gea
“Ik kan niet meer Jannet, het is echt op.” Terwijl ze het uitspreekt, valt er weinig van haar gezicht te lezen en ook haar lichaam spreekt geen taal meer. Ik vraag hoe het voelt op een schaal van 0 tot 100 en dan zegt ze dat het onder het vriespunt is en zo voelt het bijna letterlijk in de ruimte waar we zijn. De eens zo warme, spontane, goedlachse Gea is er niet bij.
De afgelopen vijf jaar heb ik meermalen met haar gesproken. Ze heeft nu voor de tweede keer borstkanker en opnieuw chemo ondergaan, haar borst in moeten leveren en ook haar hele klierpakket in de oksel.
“Afgelopen donderdag heb ik mijn laatste kuur gehad en volgende week ga ik een weekje op vakantie en daarna weet ik het gewoon niet meer. Het is één grote brij in mijn hoofd en ik heb geen idee hoe ik daarna het leven weer op moet pakken.” Ze zucht een keer diep, automatisch gevolgd door haar bekende schaterlach, maar hij klinkt toch anders dan voorheen, alsof ook daar de rek uit is.
We kletsen een tijdje over de vakantie, waarbij ze naar fijne vrienden toegaat, over hoe zwaar de kuren waren en komen weer terug bij het hete hangijzer, wat nu? Gea houdt, net als ik, van metaforen en ik besluit hem uit te proberen:
“Wat als dit een hardloopwedstrijd zou zijn, hoe zou je het aanpakken?”
Ze knikt, begrijpt het meteen. Ze houdt namelijk ontzettend van hardlopen en na de eerste keer borstkanker hebben we het gebruikt om weer verder te komen, al duurde het bijna een jaar voor ze een beetje in de buurt kwam van haar oude niveau om 10 km te rennen.
“Ik denk dat ik eerst moet herstellen, ik heb namelijk voor mijn gevoel al 36 marathons gerend de afgelopen maanden”, zegt Gea, gevolgd door de schaterlach. Ik knik ter bevestiging en vraag haar HOE ze gaat herstellen. Ze is even van de wijs, maar ik ga door om het zichtbaar te maken, zodat herstellen een werkwoord wordt. “Als ik echt een marathon heb gerend, dan mag ik even een paar dagen niets doen, ik laat me masseren, ik zorg dat ik voldoende eet en ik ga af en toe wandelen. Oh, en als ik 36 marathons heb gerend, mag ik daar wel even de tijd voor nemen.” “En daarna?”, vraag ik haar. “Dan moet ik eerst nieuwe schoenen kopen, want deze zijn gaar.” Ze steekt demonstratief haar voeten omhoog, al zitten er nu gewone schoenen aan haar voeten.
“Wat heb je nog meer nodig?” Ze kijkt me wat schaapachtig aan, alsof ze er met nieuwe schoenen wel was, maar ze begrijpt de hint. “Misschien wacht ik op mooi weer?” Ik knik, maar blijf even stil, wachtend op wat volgt. “Misschien heb ik ook wel een maatje nodig die me ophaalt en op weg helpt. Een goed voedingsschema? Een nieuwe outfit?” Inmiddels lijkt het een raadspelletje te worden en Gea is er goed in, maar de olifant in de kamer verstopt zich. “Als het regent en je bent op blote voeten gaat het theoretisch gezien ook wel toch, dus wat heb je echt nodig om de eerste stappen te zetten?”
Haar hoofd hangt naar beneden en de tranen stromen rijkelijk en zonder erover na te denken zegt ze: “Ik merk dat ik er niet meer in geloof en dat houdt me enorm tegen. Het is een constant gevecht en ik ben zo moe dat ik mijn zwaard niet meer omhoog kan houden. Ik weet niet meer hoe ik het leven op kan pakken, niet wetende wat de toekomst brengt. Of ik mijn oude ik weer tegenkomt, of een nieuwe 2.0, of in mijn geval een 3.0 versie van mezelf kan zijn.”
Het lucht op dat ‘de olifant’ is ontsnapt. Gea zucht eens diep. “Ik zag mezelf ineens rennen in mijn blote kont, best wel een gek gezicht”, gevolgd door de welbekende schaterlach die zo bij Gea hoort. “Zullen we dan maar eens op zoek naar ‘je naakte zelf’, wie ben je, wat kan je, wat zijn je kwaliteiten en hoe kan je die op dit moment gebruiken?” Ze knikt en ‘rent’ in slowmotion mijn kamer uit, haar hand omhoog, zwaaiend en omkijkend met een prachtige glimlach.

Dit is Jannet:
Ik ben Jannet Wiegersma (1969), RN, PN, NN, ERN, MANP, lifestylecoach en auteur. Ik werk al dertig jaar in de zorg en mijn motto is ‘een leven lang leren’. Ik heb meer dan 60 duizend patiënten gezien, piepjong en stokoud, van 450 gram tot aan ruim 300 kilo. Kwetsbare mensen, met een lach en een traan, soms aan één blik genoeg en een andere keer diep in gesprek. Alles wat ik van hen heb geleerd, wilde ik teruggeven en in 2019 werd dan ook mijn boek: Leren lopen op je handen, als ziek zijn je leven op z’n kop zet uitgegeven. Het voorwoord werd geschreven door minister Bruno Bruins van Medische zorg en sport. Wat me het meest bezighoudt in de zorg, is wat patiënten beweegt, waarom doen ze wat ze doen. Kunnen we ze leren om op een gezonde manier ziek te zijn? Ik schrijf erover en geef trainingen aan zowel patiënten, mantelzorgers als collega-zorgverleners. Altijd met een positieve insteek, vol energie en passie. Samen lachen om onze menselijke kronkels, praktische informatie, direct toe te passen, maar vooral met een kijk vanuit een ander perspectief. Ziek zijn zet immers je leven op z’n kop. Leer dan lopen op je handen. Meer blogs lezen, het boek inzien of bestellen? Neem gerust een kijkje op mijn website: www.lerenlopenopjehanden.nl
Colofon: FloorZorgt is jouw online zorgmagazine! Op dit moment lezen 80.000 unieke zorghelden mij maandelijks. Door middel van inspirerende blogs, relevante producten (kijk snel in mijn webshop!) mooie artikelen en zorgnieuws houd ik jou op de hoogte van alle ontwikkelingen in de zorg. Heb je mijn mobiele app al gedownload en volg je mij al op Facebook, Instagram of Linkedin? Wil je adverteren? Stuur me dan een mailtje en ik neem z.s.m. contact met je op of bekijk de mogelijkheden alvast hier. Ook ik maak weleens een foutje ;-) Heb je er één gezien? Mail het me. Ik ben je dankbaar!
Reageren op dit bericht?
Om te kunnen reageren op dit bericht moet je ingelogd zijn. Klik hier om in te loggen.