Druppelsnelheid (oefenen)

Uitleg

Bij het rekenen met druppelsnelheid ga je berekenen met hoeveel druppels per minuut iets inloopt. Je gaat hierbij opzoek naar het inhoud van de toe te dienen medicatie, meestal in milliliter. Daarnaast ga je kijken naar de inlooptijd hiervan. Belangrijk om te weten is dat 1 ml gelijk staat aan 20 druppels. Het stappenplan hiervoor is als volgt.

druppelsnelheid

Video opgave

Floor krijgt de opdracht om 250 ml medicatie toe te dienen verdeeld over 5 porties. Elke portie moet 40 minuten inlopen. Op welke snelheid per minuut moet Floor de druppelregelaar instellen? Ga er vanuit dat 1 ml, gelijk is aan 20 druppels en rond je antwoord zo nodig af op hele druppels.

Werk deze opgave eerst zelf uit en kijk daarna de onderstaande uitleg video of je het goed hebt berekend.

Oefenexamen

Als je deze opgave goed had is het tijd om écht te gaan oefenen. 

Maak deze vijf opgaven:

 

Vraag 1

Floor dient een patiënt 0,25 liter NaCl plus 50 ml waar medicatie in opgelost is. Deze wordt toegediend met een druppelregelaar. Het geheel moet in 3 uur inlopen. Op welke snelheid per minuut moet Floor de druppelregelaar instellen? Ga hierbij uit van 1 ml = 20 druppels en rond je antwoord zo nodig af op hele druppels.

Antwoord vraag 1 (bekijken)

Vraag 2

Floor wordt gevraagd om een infuus aan te sluiten. Ze krijgt een zak van 0,1 liter NaCl welke in anderhalf uur moet inlopen. Op welke druppelsnelheid per minuut moet Floor de druppelregelaar instellen? Ga hierbij uit van 1 ml = 20 druppels en rond je antwoord zo nodig af op hele druppels.

Antwoord vraag 2 (bekijken)

Vraag 3

De arts geeft Floor de opdracht op haar patiënt 400 ml medicatie toe te dienen. Dit gaat door middel van een infuus waarbij een druppelregelaar gebruikt wordt. De totale inlooptijd hiervan is 4 uur. Op welke druppelsnelheid per minuut moet Floor de druppelregelaar instellen? Ga hierbij uit van 1 ml = 20 druppels en rond je antwoord zo nodig af op hele druppels.

Antwoord vraag 3 (bekijken)

Vraag 4

De cliënt van Floor krijgt continu 250 ml sondevoeding per 8 uur. Met behulp van een druppelregelaar wordt de snelheid ingesteld. Op welke druppelsnelheid per minuut moet Floor de druppelregelaar instellen? Ga hierbij uit van 1 ml = 20 druppels en rond je antwoord zo nodig af op hele druppels.

Antwoord vraag 4 (bekijken)

Vraag 5

De cliënt van Floor krijgt  0,5 liter sondevoeding verdeelt over 2 porties. De voeding loopt per portie 2 uur in. Op welke druppelsnelheid per minuut moet Floor de druppelregelaar instellen? Ga hierbij uit van 1 ml = 20 druppels en rond je antwoord zo nodig af op hele druppels.

Antwoord vraag 5 (bekijken)

 

Klik hier om terug te keren naar de medisch rekenen hoofdpagina.