Waar praat je over tijdens het wassen van het onderlichaam? Tips van een pro

1) Geen lijf maar een mens

Moet ik ergens op letten als ik u help? Vindt u het goed als ik zeep gebruik? Is het voldoende zo? Ik merk steeds weer dat cliënten het fijn vinden als je ze niet als lijf maar als mens behandelt. Voer dus niet gedachteloos je handelingen uit, maar vraag naar wensen en gewoonten.

2) Personal touch

Misschien een open deur, maar toch: verdiep je in de patiënt. Misschien weet je al wat je cliënt boeiend vindt, probeer het anders subtiel uit te vissen. Over vissen gesproken: ik had laatst een cliënt die daar niet over ophield. Door de wasbeurten weet ik nu alles over karpers, snoekbaarzen en zalmen én per soort de beste manier om ze te vangen.

3) Quickscan van het nachtkastje

Mijn vriendin Annemiek, verpleegkundige, is een absolute ster in het voeren van luchtige gesprekjes tijdens wasbeurten of simpele medische handelingen. Haar gouden tip: ‘Scan razendsnel het nachtkastje van nieuwe patiënten. Een tijdschrift, boek, krant of die familiefoto, het is meestal een prima aanleiding voor een snelle babbel.’

4) Het weer…

Of je nu een op een feestje bent waar je niemand kent, of in het gangpad van een overvolle trein probeert te overleven, het weer is en blijft toch de klassieke ijsbreker. Mensen in nood klampen zich automatisch vast aan zo’n simpel reddingsboei, ook patiënten die hun wasbeurt haten. Zet een boom op over die eeuwige regen, snotsneeuw of verzengende zon en de vervelende minuten vliegen voorbij.

5) Leve Oranje

Interland-periodes van Oranje zijn een zegen! Niet alleen geniet ik van de wedstrijden, voetbal is ook prima gespreksstof in awkward situaties. Tip: Lees je in. Met een gevatte opmerking over de moves van Frenkie de Jong of de zoveelste waanzinnige vrije trap van Oranjeleeuwin Sherida Spitse scoor jij ook punten. Dit werkt natuurlijk niet bij voetbalhaters….

6) Moppen

Ik had lang een oude meneer onder mijn hoede die een gepassioneerd moppentapper was. Zodra ik met mijn washandje langskwam, brandde hij los. Zijn wasbeurt vloog voorbij. Niet alle cliënten zitten erop te wachten, maar een enkele keer zet ik zo’n gouwe ouwe uit het oeuvre van mijnheer Y. in (niet de schuine natuurlijk). En dan lach ik zelf het hardst.